Doe alsof je een diepe buiging maakt
Check het doel
Verbeteren van het opstaan vanuit een stoel, met focus op het naar voren brengen van de romp.
Zo pak je het aan
Gebruik een simpele analogie als motorisch ezelsbruggetje in plaats van een stapsgewijze uitleg. Betrek de persoon of een mantelzorger om samen tot een betekenisvolle analogie te komen.
Denk hieraan
- Check of de analogie de bewegingsuitvoering op de juiste manier verandert
- Gebruik een analogie die makkelijk te begrijpen is
- Gebruik een analogie die de persoon met een positieve ervaring associeert
Varieer door
- Diepere en minder diepe buiging
- Andere omgeving (met of zonder publiek)
- Langzamer en sneller buigen
Voorbeeldvideo's
Wat is analogie leren?
Analogie leren is een vorm van leren waarbij gebruik wordt gemaakt van metaforen. Deze leerstrategie vereenvoudigt de gecompliceerde structuur van de te leren beweging tot een begrijpelijke metafoor die aan de lerende wordt gepresenteerd (Kleynen et al., 2014).
Hoe werkt analogie leren?
Analogie leren is gebaseerd op het principe dat alle noodzakelijke instructies en regels om de beweging te perfectioneren, samengebundeld (chunking) worden in een eenvoudige, pakkende metafoor – een motorisch ezelsbruggetje. Dit betekent dat de persoon zich – in plaats van op een reeks instructies – kan concentreren op het onthouden en toepassen van één enkele instructie. Hierdoor wordt een minder groot beroep gedaan op het (werk)geheugen van de persoon. Bovendien kan de persoon door het gebruik van een analogie minder bewust zijn van de uitvoering van de beweging, wat eveneens voordelig kan zijn.
Hoe pas je analogie leren toe in de praktijk?
Analogie leren wordt in de praktijk vaak verpakt in een “doe-alsof” opdracht, waarbij een afbeelding de instructie kan versterken (zie tool). Het is cruciaal dat de analogie aan twee criteria voldoet:
- De analogie moet resulteren in de gewenste bewegingsuitvoering:
Omdat de interpretatie van een analogie erg persoonlijk kan zijn, is het belangrijk om goed te controleren hoe de bewegingsuitvoering verandert door het gebruik van de analogie. Meestal wordt dit al duidelijk na één of twee pogingen. - De analogie moet herkenbaar zijn voor de persoon:
Een analogie lijkt vooral effectief te zijn wanneer de leerling deze herkent en er bij voorkeur een positieve associatie mee heeft. Neem bijvoorbeeld de analogie “Doe alsof je een steen over het water keilt”. Deze analogie is alleen geschikt voor mensen die weten hoe je een steen over het water moet keilen.
De analogie “Loop alsof je voetstappen in het zand volgt” spreekt vooral aan bij mensen die fijne herinneringen of gevoelens associëren met het lopen in zand of op blote voeten.
Kortom, de keuze van de analogie moet zowel aansluiten bij de bewegingsdoelen als bij de persoonlijke ervaringen en voorkeuren van de leerling. Dit kan uitdagend zijn en vraagt veel creativiteit. De (werk)geschiedenis en hobby’s van de persoon zijn vaak goede bronnen.
Bij het toepassen van analogie leren, is het belangrijk om expliciete instructies – feitelijke informatie en regels over de bewegingsuitvoering en/of techniek – te vermijden. Je wilt immers de complexiteit van de beweging in een eenvoudige metafoor vatten, niet overladen met technische details.
Instructies en feedback worden zoveel mogelijk gegeven in relatie tot de gebruikte analogie. Neem bijvoorbeeld de analogie "Doe alsof je een steen over het water keilt". In dit geval zou de feedback iets kunnen zijn als "Keil de steen harder", in plaats van instructies te geven over de exacte arm- en polsbeweging. Op deze manier blijft de focus op de metafoor, wat het leerproces vereenvoudigt en versnelt.
Wat zijn de afwegingen om analogie leren te gebruiken?
Het is belangrijk dat de persoon openstaat voor deze leerstrategie, de analogie kan begrijpen en voldoende aandacht heeft voor de toepassing ervan. Meestal wordt al na één of twee pogingen duidelijk of een analogie wel of niet aanslaat bij de persoon. Het is dus een kwestie van uitproberen en zien of het aanslaat. Als het werkt, kan het een krachtig hulpmiddel zijn voor het aanleren en verbeteren van bewegingen.
Welke eigenschappen heeft analogie leren?
Analogie leren wordt beschouwd als een meer impliciete leerstrategie. Dit komt doordat het gebruikmaakt van korte, beperkte instructies zonder technische details over de beweging. Het haalt de complexiteit weg en vervangt deze door een beeldende metafoor, waardoor het leren van de beweging minder gecompliceerd wordt.
Daarnaast richt de aandacht van de persoon zich vooral op de analogie, waardoor die zich waarschijnlijk minder bewust is van de exacte uitvoering van de beweging.
Wat is bekend uit onderzoek?
Uit onderzoek blijkt dat analogie leren succesvol kan worden toegepast bij het verbeteren van lopen bij mensen na een beroerte (Kleynen et al., 2018) en mensen met Parkinson (Jie et al., 2016). Bij sporters (zonder aandoeningen) zijn er aanwijzingen dat analogie leren kan leiden tot stabielere uitvoering van de beweging bij dubbeltaken en onder druk. (Lam et al., 2009).
Praktische hulpmiddelen
-
Onderzoeksprotocol waarin de interventie analogie leren wordt beschreven (Jie et al., 2018)
-
Website met voorbeeld analogieën uit de sport (Darren Wensor, 2019)
-
Foto’s kunnen helpen om de analogie te begrijpen of te onthouden, zoals:
Loop alsof je de voetstappen in het zand volgt
Loop alsof je door hoge sneeuw loopt