Blijf zo rustig mogelijk op het schuimblok staan

Check het doel

Ver beteren van stabalans, met focus op het zekerder voelen.

Zo pak je het aan

Laat de persoon op een schuimblok staan waarop makkelijk het evenwicht te bewaren is. Maak de taak in kleine stappen moeilijker door de mate van instabiliteit (zachter schuimblok) of het steunvlak aan te passen. Kies een opbouw waarbij er weinig of geen fouten worden gemaakt.

Denk hieraan
  • Moedig aan als het goed gaat
  • Reageer minder op “fouten”
  • Zorg voor voldoende herhaling met veel succeservaringen
Varieer door
  • Oefen in zit (zitbalans)
  • Andere evenwichtsinstrumenten (bosubal, balansbord)
  • Staan op één been

Voorbeeldvideo's

Wat is foutloos leren?

Bij foutloos leren wordt de leeromgeving zo ingericht (via bijvoorbeeld instructies en de moeilijkheidsgraad van de beweging) dat het maken van fouten geminimaliseerd wordt (Kleynen et al., 2014).

Hoe werkt foutloos leren?

Foutloos leren is gebaseerd op het idee dat fouten die tijdens het leerproces gemaakt worden, automatisch in het geheugen worden geregistreerd en zich kunnen manifesteren bij toekomstige pogingen. Bij personen zonder stoornis in het expliciete geheugen worden deze fouten gecorrigeerd. Dat is anders bij personen met ernstige geheugenstoornissen. Zij hebben een verminderd vermogen om 'juiste' en 'foute' informatie te onderscheiden (foutmonitoring). Hierdoor worden fouten niet goed opgemerkt en gecorrigeerd. Door het voorkomen van fouten tijdens de aanleerfase wordt alleen de correcte informatie in het geheugen opgeslagen (Kessels et al, 2008). Het voorkomen van fouten kan bijdragen aan een meer onbewust leerproces. Het maken van een fout kan immers leiden tot het analyseren van een fout en het zoeken naar een andere aanpak (zie trial & error leren). Daarvoor zijn de inzet van het werkgeheugen en expliciete informatie over de beweging nodig. Bij foutloos leren omzeil je dit proces door het voorkomen van fouten (Poolton et al, 2005).

Hoe pas je foutloos leren toe in de praktijk?

De therapeut speelt een belangrijke rol in het voorkomen van fouten door (combinaties van) de volgende strategieën toe te passen:

  1. De taak vereenvoudigen en opdelen in deelstappen

  2. Gemaakte fouten onmiddellijk corrigeren

  3. Aanmoedigen om niet te raden

  4. De deelstappen demonstreren (modeling)

  5. Gebruikmaken van visuele cues

  6. De omgeving aanpassen om het maken van fouten te beperken

  7. Manuele ondersteuning bieden

De trainingsintensiteit is afhankelijk van de te trainen taak, de persoon en de ernst van de geheugenproblemen. Verminder geleidelijk de gegeven hulp door het principe van ‘vanishing cues’ te gebruiken (het geleidelijk verminderen van hulp) (Werd et al.,2014) en blijf trainen tot de persoon de taak meerdere keren achter elkaar zelfstandig kan uitvoeren.

Bij de opbouw van de stappen kan gekozen worden voor forward chaining (er wordt steeds een deelstap toegevoegd) of backward chaining (alle deelhandelingen worden door de therapeut uitgevoerd en hardop benoemd, waarbij de persoon telkens een extra laatste stap uitvoert). Ook visuele en auditieve cues (externe prikkels om het handelen te structureren en fouten te voorkomen) kunnen ondersteunend werken.

De trainingssituatie moet zoveel mogelijk overeenkomen met de uiteindelijke situatie waarin de persoon het geleerde moet toepassen, om de generalisatie van de leereffecten te waarborgen.

Wat zijn de afwegingen om foutloos leren te gebruiken?

Bij foutloos leren zorgt de therapeut voor een veilige leeromgeving waarin de persoon weet wat er verwacht wordt. De implementatie in de praktijk vereist een nauwgezette benadering: elke stap van de taak moet helder zijn en steeds op dezelfde wijze uitgevoerd worden. Het is cruciaal om deze consistentie te behouden, zelfs als een andere therapeut overneemt of als de persoon zelfstandig thuis oefent. Bovendien kan foutloos leren bijzonder motiverend zijn, vooral voor diegenen die ontmoedigd kunnen raken als een beweging niet lukt.

Welke eigenschappen heeft foutloos leren?

Foutloos leren is een impliciete leerstrategie die zich richt op het aanleren van een specifieke vaardigheid zonder dat de persoon expliciete kennis opdoet over de regels en principes van de beweging. Dit wordt bereikt door de omgeving of de taak op zo'n manier te structureren dat de kans op fouten minimaliseert. Aangezien er weinig tot geen expliciete (verbale) instructie betrokken is bij deze methode, valt foutloos leren onder de meer impliciete vormen van motorisch leren.

Wat is bekend uit onderzoek?

Foutloos leren kan effectief zijn voor personen die kampen met geheugenproblemen (De Werd, Boelen, Rikkert en Kessels, 2013).

Het kan ook nuttig zijn voor personen met executieve stoornissen, waarbij er problemen zijn in het monitoren van fouten (Bertens et al., 2015).

De richtlijn Neuropsycholgische revalidatie beschrijft: “Uit onderzoek blijkt dat patiënten met matige tot ernstige geheugenproblemen baat kunnen hebben bij het aanleren van specifieke, niet-complexe vaardigheden volgens de methode van ‘foutloos leren’, mits de geleerde vaardigheid direct toepasbaar is op de functionele situaties.”

Praktische hulpmiddelen

Andere oefeningen binnen foutloos leren