Kijk hoe de persoon opstaat en doe dit na

Check het doel

Verbeteren van het opstaan en zitten, met focus op het positioneren van de voeten, vooroverbuigen of omhoogduwen met handen.

Zo pak je het aan

In groepstherapie voert één persoon (therapeut of deelnemer) de beweging uit. Instrueer de andere personen om eerst goed te kijken naar één deelhandeling (vooroverbuigen) en deze dan na te doen. Zorg voor een opstelling met goed zicht op elkaar.

Denk hieraan
  • Check de aandacht
  • Ondersteun bij het aandachtig observeren (naam noemen of wijzen)

  • Laat iedereen op eigen niveau oefenen

Varieer door
  • Gebruik van een doorgeefvoorwerp
  • Verschillende stoelen
  • Een wedstrijdelement (zo mooi of snel mogelijk opstaan, zo langzaam mogelijk gaan zitten)

Voorbeeldvideo's

Wat is observationeel leren?

Bij observationeel leren wordt een beweging geobserveerd en vervolgens geïmiteerd. Door te observeren, identificeert de persoon de belangrijkste kenmerken van de taak, zoals de ruimtelijke opzet en het tempo, en vormt daarmee een mentaal beeld van de beweging (Kleynen et al., 2014).

Deze strategie is bekend onder meerdere – voornamelijk Engelse – namen. Termen zoals action observation, modelling en imitation worden vaak gebruikt om naar deze vorm van leren te verwijzen.

Hoe werkt observationeel leren?

Observationeel leren houdt in dat een persoon de bewegingen van anderen observeert en deze vervolgens probeert na te doen. Dit proces wordt mogelijk gemaakt door zogenaamde spiegelneuronen. Dit zijn zenuwcellen in onze hersenen die niet alleen actief worden als we zelf een handeling uitvoeren, maar ook als we iemand anders dezelfde handeling zien doen. Ze 'spiegelen' de beweging die we observeren als het ware in onze eigen hersenen (Rizzolatti et al., 1996, Jacoboni et al., 2006).

Spiegelneuronen helpen ons de bewegingen die we zien te begrijpen en stellen ons in staat de intenties en doelen van deze bewegingen af te leiden. Een cruciale functie van deze neuronen is hun vermogen om een motorische simulatie te ondersteunen. Hierbij 'oefenen' we intern de waargenomen beweging alsof we deze zelf uitvoeren. Dit mechanisme kan bijdragen aan het leren en verbeteren van motorische vaardigheden.

Spiegeltherapie (Rothgangel et al, 2013) kan ook als een vorm van observationeel leren worden gezien en heeft een vergelijkbaar werkingsmechanisme.

Hoe pas je observationeel leren toe in de praktijk?

Observationeel leren kan op diverse manieren worden toegepast, aangepast aan de specifieke behoeften, doelen en capaciteiten van de persoon. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Demonstratie door de therapeut: Je toont de gewenste beweging, terwijl de persoon nauwkeurig observeert Je kunt ervoor kiezen om de beweging aangepast (langzamer, met nadruk op een bepaald onderdeel) te demonstreren. Dit kan de persoon helpen om belangrijke elementen te identificeren.

  • Gebruik van videomateriaal: Video-opnamen van specifieke bewegingen kunnen worden gebruikt voor observatie. Video-instructies of online bronnen kunnen ook helpen om oefeningen thuis voort te zetten, waardoor de frequentie en consistentie van de oefeningen buiten de therapeutische omgeving wordt vergroot.

  • Observatie tijdens groepstherapie: Personen kunnen leren door de bewegingen van medepatiënten of groepsleden te observeren. Dit kan stimulerend werken en een gevoel van verbondenheid en motivatie bevorderen.

  • Inzet van virtual reality: Met behulp van virtuele technologie kunnen personen worden ondergedompeld in een virtuele omgeving waar ze acties kunnen observeren en nabootsen. Dit kan een gecontroleerde en realistische leerervaring bieden.

Gerichte instructies kunnen de persoon helpen om gefocusseerd te observeren. Zeker bij complexe bewegingen is het van belang dat de persoon weet waarop te letten (Kleynen et al, 2018).

Bovendien is het belangrijk om voor voldoende herhalingen van de demonstratie te zorgen (Feltz et al, 2013), bij voorkeur in verschillende situaties en omgevingen (Wright et al, 1997).

Wat zijn de afwegingen om observationeel leren te gebruiken?

Observationeel leren kan bijzonder nuttig zijn voor mensen met communicatieproblemen, aangezien er weinig tot geen uitleg vereist is.

Belangrijk om te weten is dat visuele perceptie een essentiële rol speelt. Daarom moet de persoon over voldoende zicht, perceptie en aandacht beschikken om eerst een beweging te observeren en vervolgens na te doen. De gedemonstreerde beweging sluit bij voorkeur aan bij het niveau van de persoon. Bijvoorbeeld, een perfect looppatroon demonstreren kan confronterend zijn voor sommige patiënten voor wie dit niet haalbaar is.

Onderzoek laat zien dat de beste leerresultaten kunnen worden bereikt als de demonstratie wordt uitgevoerd door een expert met een bepaalde status, die ook gelijkenissen vertoont met de persoon (Bandura et al., 1986).

Welke eigenschappen heeft observationeel leren?

De plaats van observationeel leren op het continuüm van impliciet naar expliciet leren hangt voornamelijk af van de aard van de instructies die door de therapeut worden gegeven. Bij algemene instructies zoals "kijk naar mij en doe dit na" neigt het leren meer naar de impliciete kant van het spectrum. Daarentegen zullen specifiekere instructies over de uitvoering van de beweging, zoals "let op hoe ik mijn elleboog strek wanneer ik iets pak", het leerproces meer expliciet maken.

Daarom is er geen eenduidige classificatie voor deze leerstrategie. De manier waarop observationeel leren wordt toegepast, bepaalt of de strategie meer impliciet of expliciet van aard is.

Wat is bekend uit onderzoek?

Onderzoek binnen diverse doelgroepen toont aan dat observationeel leren positieve effecten kan hebben. Het kan leiden tot functieverbetering van de bovenste ledematen na een CVA (Zhang et al. 2019), verbetering van de loopfunctie bij mensen met Parkinson (Temporiti et al., 2020), en verbetering van bewegingsbereik, stijfheid, en loop- en balansvaardigheden bij mensen na een knie- of heupvervangende operatie (Ryan et al, 2021).

Praktische hulpmiddelen

Andere oefeningen binnen observationeel leren